De maatschap: vertrouwen is goed, (gezonde) controle is beter!
Voordat ouders een beleggingsportefeuille of de aandelen van het familiebedrijf aan de kinderen schenken, worden deze vaak eerst in een maatschap gestopt om zo de “controle” en inkomsten te behouden. Een recent arrest wijst er op dat die controle wel niet té ver mag gaan…
Burgerlijke maatschap
Als ouders roerend vermogen schenken aan hun kinderen, wordt vaak eerst een maatschap opgericht om zo de controle en de inkomsten te behouden over de schenking. Vaak gaat het dan om een beleggingsportefeuille, maar het kan ook gaan om aandelen van een vastgoedvennootschap, een familievennootschap, een collectie oldtimers of kunstwerken, enz.
Klassiek voorbeeld
Stel bijvoorbeeld dat de ouders een beleggingsportefeuille hebben van 1 miljoen euro, die ze aan de kinderen willen schenken in het kader van hun successieplanning. Maar eigenlijk willen de ouders wel nog de controle én de inkomsten behouden over die portefeuille. Een eenvoudige oplossing is dan dat de ouders de portefeuille eerst inbrengen in een maatschap. Een maatschap kan onderhands opgericht worden en is aan weinig vorm¬vereisten onderworpen. Bovendien is er een zeer grote vrijheid bij het opstellen van de statuten van de maatschap, zodat de ouders zich kunnen “betonneren” als statutair zaakvoerder van de maatschap die veel macht heeft. Vervolgens zullen de ouders bv. 99% van de aandelen van de maatschap aan de kinderen schenken met voorbehoud van vruchtgebruik of bv. met een jaarlijkse last van 2,5%. Doorgaans gebeurt deze schenking dan voor de Nederlandse notaris, zodat er ook geen schenkbelasting verschuldigd is. De schenker moet dan wel nog 3 jaar in leven blijven (binnenkort 4 jaar in Vlaanderen). Zo behouden de ouders dus de controle én de inkomsten, maar staat de portefeuille al op naam van de kinderen zodat later erfbelasting wordt vermeden.
Verstikkende controle?
In een aantal voorafgaande beslissingen liet de Vlaamse belastingdienst al weten dat ze een probleem heeft als de ouders schenken, maar zowat alles blijven controleren en de kinderen eigenlijk niets te zeggen hebben. Dat komt omdat de statuten meestal vermelden dat de zaakvoerders (ouders) alle daden van beheer en beschikking kunnen stellen en dus zowat alle macht hebben. Volgens de Vlaamse belastingdienst kan de controle immers zo ver gaan dat er eigenlijk geen sprake meer is van een echte schenking, maar dat het eigenlijk gaat om een schenking die pas een echte schenking wordt als de ouders overlijden. Concreet betekent dit dat de Vlaamse belastingdienst laat weten dat ze schenkingen waarbij de controle echt te ver gaat niet zal beschouwen als echte schenkingen en deze zal belasten in de erfbelasting. Of deze visie wel correct is, valt te betwijfelen. Maar veiligheidshalve is het dus aan te raden niet te overdrijven met die “controle”.
Hof van Beroep te Gent
Het is trouwens niet alleen de fiscus die moeilijk doet. In een arrest van het Hof Van Beroep van Gent waren immers de kinderen die vonden dat ze niets te zeggen hadden. Hun vader was zaakvoerder van de maatschap en had zowat alles te zeggen. De statuten waren zo opgesteld dat de vader als een zonnekoning kon regeren over de maatschap en de kinderen buiten spel waren gezet. Het Hof van Beroep te Gent oordeelde dat de controle de spuigaten uitliep en besliste daarom in zijn arrest (5/9/2018) dat er een voorlopige bewindvoerder moest aangesteld worden voor de maatschap. Ook hier betekent dit niet dat ouders-schenkers de maatschap niet mogen gebruiken als sterk controlemiddel, maar het toont toch ook aan dat men best niet overdrijft inzake controle. Kortom, wie de burgerlijke maatschap en de schenking correct gebruikt, heeft geen probleem. Maar als de zaakvoerder van de maatschap een “zonnekoning” wordt, is wellicht een limiet overschreden.