De flexibele erfenissprong of een beter alternatief?

In de praktijk stellen we vast dat kinderen die erven van hun ouders, vaak een deel hiervan doorgeven via een schenking aan hun kinderen (kleinkinderen van de overledene). Zo houden ze een gedeelte voor zichzelf en geven ze al een stuk door aan hun kinderen die het vaak beter kunnen gebruiken. Fiscaal gezien betekent dit echter dat er op korte tijd twee keer belasting wordt geheven op de overdracht van dezelfde goederen. Namelijk erfbelasting bij het overlijden van bijvoorbeeld vader en dan nog eens schenkbelasting als het kind een deel schenkt aan zijn kind (kleinkind van vader).

De flexibele erfenissprong verhelpt dit probleem. Want als de waarde van de goederen, die met erfbelasting zijn belast, binnen het jaar door de erfopvolger bij schenking wordt overgedragen aan de volgende generatie(s), wordt de schenking vrijgesteld van de schenkbelasting.  

Een kind erft van zijn vader een spaarrekening en een beleggingsportefeuille met een waarde van 400.000 euro. Het kind betaalt hierop de erfbelasting en beslist om een gedeelte hiervan door te schenken aan zijn 2 kinderen. Aan elk van zijn kinderen wil hij 125.000 euro “doorschenken”. Als hij dat doet binnen het jaar en zich aan de voorwaarden houdt van de nieuwe erfbelasting, dan hoeft er geen schenkbelasting (3% in dit geval) meer betaald te worden op die doorgeefschenking. Deze doorgeefschenking moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet bv. de schenking gebeuren bij notariële akte en een handgift of bankgift is in dit geval niet mogelijk. 

In plaats van de flexibele erfenissprong kan een kind ook gewoon de erfenis aanvaarden en als hij vindt dat de tijd rijp is een deel doorschuiven op de klassieke manier. Voor vastgoed is dat in principe niet interessant. Maar als het gaat om tastbare roerende goederen (bv. juwelen, oldtimers, kunst, goudstaven, enz.) of geld of effecten kan dit respectievelijk ook via een gewone handgift of bankgift. Het voordeel in vergelijking met de flexibele erfenissprong is dat er geen limiet van 1 jaar staat op het “doorgeven”. Bovendien kan u bij een hand- of bankgift een onderhands document opmaken als bewijs of werken met de 2 klassieke aangetekende brieven. U spaart dus een notariële schenkingsakte uit (+/- 1.300 euro). Een klein nadeel is wel dat bij een bank- of handgift de schenker nog 3 jaar in leven moet blijven (binnenkort 4 jaar in Vlaanderen).